Afsluiting

Banaan, banaan Arie!

Materiaal

  • Stip 4x

De organisatie

Alle kinderen en de spelleider zitten op een stip in de kring. Het kind dat buiten de kring staat, mag Arie de Aap vasthouden.

Aandachtspunten

Let op de afmeting van de cirkel.
Grote kring = veel rennen, kleine kring = minder rennen



Plattegrond

Oefenstof

De oefening

Alle kinderen zitten in een kring op een stip. Buiten de kring loopt een kind (A). Hij/zij tikt alle kinderen waar hij langs komt zachtjes op het hoofd en zegt daarbij steeds het woord ‘banaan’. Na een aantal keren zegt kind A opeens ‘Arie!’. Kind A rent weg en het kind dat aangetikt is (B) met ‘Arie’ springt op en probeert kind A te tikken. Kind A moet een heel rondje om de kring rennen totdat hij/zij op de stip van kind B is. Als dat lukt zonder getikt te worden, mag kind B als volgende om de kring lopen en alle kinderen zachtjes op hun hoofd tikken.